

Discover more from Nijmans Nieuwsbriefje
Beryl Dreijer is overleden. Vermoedelijk kende u haar niet en had u nog nooit van haar gehoord. Misschien kende ik haar zelf ook niet zo goed, want ze was zeer op haar persoonlijke privacy gesteld. We hebben enkele jaren heel goed samengewerkt, op sommige momenten zeer intensief en vaak onder hoge druk, zeker tijdens de prettig chaotische jaren tussen de zomer van 2015 en het vroege voorjaar van 2017. Maar nu is ze overleden, begin vijftig en onverwacht. Beryl indachtig, wil ik graag wat kwijt over stille krachten.
Wellicht heeft u de In Memoriam voor haar eerder deze week gelezen op GeenStijl, zo niet dan kunt u hem aldaar lezen en ik heb alhier niet zo veel persoonlijks toe te voegen aan die tekst, want: ze was nogal op haar privacy.
Zo’n IM moet weliswaar uit jezelf komen, maar dient niet over jezelf te gaan. Haar dood wakkerde echter een melancholie die al langer onderhuids sluimert en waarvan ik hoop dat ik die hier nu op zodanige wijze kan beschrijven, dat het voor u ook iets herkenbaars heeft.
Ik meende in de - warme, aardige - reacties op GeenStijl daarvoor aanknopingspunten te zien: lezers die nog nooit van Beryl gehoord hadden, betoonden hun medeleven op basis van haar wapenfeiten voor GeenPeil, het Oekraïnereferendum, de hilarisch gefaalde poging zelf in de Kamer te geraken en haar algehele betrokkenheid bij beter, transparanter en directer democratisch (zelf-)bestuur: ze was ook twaalf jaar (VVD- en zelfstandig) raadslid in Velsen, vrijwilliger voor stichting Donorkind en werkte als ZZP’er voor meerdere gemeenten als privacy officer.
In veel GS-comments en reacties elders schemerde lof door en werd ze geprezen om haar inzet voor acties en campagnes die niemand in Nederland ontgaan zijn in 2015 en 2016, maar waarvan slechts enkele gezichten bekend(er) werden. Dat van Thierry Baudet, van Jan Roos en van Jan Dijkgraaf. Van Alptekin Akdogan en misschien kent u Ahmed Aarad nog. Of Niels de Swart, ook te jong overleden.
Zelfs die ongemakkelijk kop van mij kwam destijds voor het eerst achter de laptop vandaan. Maar de meeste gezichten van de mensen achter de schermen, zowel intern bij GS en GeenPeil als zeker ook die vele duizenden vrijwilligers, flyeraars en donateurs, bleven onbekend. Zo ook Beryl, totdat ze overleed en het in ieder geval een beetje troost bood haar dochters dat ze postuum met het lof der erkenning werd overladen voor wat ze betekend heeft voor iets dat voor behoorlijk wat mensen - en echt niet alleen lezers van GeenStijl of sympathisanten van GeenPeil -nog altijd iets significants is: democratische betrokkenheid bij openbaar bestuur in een echte samenleving. Burgerschap.
Daar precies zit nu mijn melancholie, die deels in de vorm van mooie herinneringen naar boven komt maar vooral klemt, wringt en verdrietig maakt.
Dat zit zo:
Het gaat de laatste weken, sinds de val van het kabinet, veelvuldig over Kamerleden en bewindspersonen die niet herkiesbaar zijn of na de verkiezingen niet in de Kamer willen terugkeren. Veel vergeetbare achterbankers, enkele grote vooraanzitters, een paar die we allemaal graag zien gaan en enkelen die nog best eens gemist zullen worden. Onderliggend aan hun vertrek speelt de vraag ‘wie er in deze tijd nog verkiesbaar wil zijn’: niet zelden laten afscheidnemers in hun soms iets te lange afscheidsepistels doorschemeren dat ‘de polarisatie’ of ‘de haat en bedreigingen op sociale media’ mede debet zijn aan hun besluit terug te treden uit het publieke licht. Soms begrijpelijk beschreven, soms ook opportunistisch en weinig zelfreflectief aangewend (kies hier zelf de bijbehorende namen).
Ook degenen die er wel voor kiezen om, opnieuw of voor het eerst, op de zeepkist te gaan staan, krijgen te maken met die dynamiek. Frans Timmermans - geliefd bij sommigen, maar zeker niet bij velen. Ook Henri Bontenbal, de nieuwe lijsttrekker voor het CDA, die in zijn eigen Twittergedrag een hele andere recente historie van zichzelf laat zien dan de huidige politicus die door het CDA deze week in de media is gepresenteerd, komt in vele screenshots met kritische kanttekeningen voorbij. Relatieve nieuwkomers, zoals Caroline van der Plas, worden vanaf de andere zijde van de sociale medaille met argusogen gevolgd - of erger. Ook Pieter Omtzigt wordt met dezelfde kracht verketterd als waarmee hij door anderen tot verlosser wordt verheven: extreem gedrag komt echt van twee of meer kanten en op twee of meer manieren.
Waar het in de mediadynamiek over deze ogenschijnlijke wrijving steeds over gaat, is hoezeer sociale media - en de vermeende kwade krachten daarachter, de mensen die het toetsenbord beroeren om kritiek, afkeer of botte scheldpartijen te componeren - voor die vermeende polarisatie zouden zorgen. Wat verloren gaat, en wat zolang ik me kan heugen (zeg maar sinds de opkomst en het omleggen van Fortuyn) eigenlijk altijd verloren gaat, is de vraag waarom mensen zich zo kritisch, boos en ontevreden tonen. En of die mensen wel zo schuldig zijn als ze soms worden beschreven door eigenlijk altijd dezelfde soort ‘duiders’ (en deugers).
Het gemak waarmee “anonieme gebruikers van sociale media” tot één teerput van treurige toetsenbordhaters wordt gereduceerd, is een oneerlijke stereotypering van al die individuen die met hun eigen emoties, ervaringen, frustraties en overtuigingen achter hun scherm zitten. Ik zal hier sommigen echt niet verdedigen die veel te ver gaan in hun domme, blinde woede, maar ik wil wel schetsen dat achter de meeste online accounts óók mensen van vlees en bloed schuil gaan (die overigens best vaak onder herleidbare naam en dus met een zeker open vizier aanwezig zijn), die persoonlijk, financieel of emotioneel geraakt worden door beleidskeuzes, politieke of retorische miskleumen, of onheuse en onoprechte bejegening door politici, bewindspersonen en talkshowtafels vol journalisten, advocaten en BN’ers.
Dat de digitaal gekwetste politicus zichtbaarder en bekender is, maakt de overtuigingen van burgers met een Twitteraccount niet per definitie minder waard - alleen minder zichtbaar, en makkelijker tot één boze brij te reduceren. “Twitteraars” wordt soms uitgesproken alsof het gehele collectief iets vies en verwerpelijks is, iets collectief giftigs, of een soort ontembaar ongenuanceerd eensgezind dier. Dat deugt net zo min als doen alsof iedere en elke politici rot is, enkel omdat het politici zijn onder wier soort geen onderlinge kleuren, karakters of kwaliteitsverschillen zouden bestaan.
Schelden op internet is echter nog altijd, althans zo is mijn ervaring, veel vaker een uiting van onmacht dan een teken van intrinsieke slechtheid van de afzender, laat staan ‘bedreigend’ of ‘gevaarlijk’. Maar een beetje koketteren met “bedreigingen op internet” bekt lekkerder voor politici, BN’ers en sommige opiniemakers dan je afvragen waarom je mensen soms tegen de haren in strijkt met je opvattingen, uitingen of (stem)gedrag.
Maar dat waarom, dat kom je werkelijk overal tegen - als je er voor openstaat.
Een van de krachtigste herinneringen die ik aan de referendumperiode met GeenPeil heb, is hoe veel mensen zich in 2015 aansloten met het argument dat ze nog stééds verdrietig, verbolgen of zelfs vol ongeloof waren over de manier waarop de uitslag van het EU Grondwetreferendum in 2005 bij het grofvuil was gezet. Nederland zei in grote meerderheid ‘Nee’, Den Haag en Brussel zeiden ‘Jammer joh’, de uitslag ging bij het oud papier. De nee-stemmer van 2005 werd gereduceerd tot de twitteraar van nu: een grijze, gezichtsloze brij mensen die ‘het’ niet snappen, aan wie je ‘het’ niet uitgelegd krijgt en aan wie je ‘het’ dus niet kunt overlaten.
Terwijl: kritische mensen zijn vaak juist het meest betrokken bij hun democratie. Zeg ik niet alleen, dat toont politicologisch onderzoek ook aan. Polarisatie is onderdeel van publiek debat en juist daar waar het debat schuurt, schaaft het aan oplossingen voor voorliggende meningsverschillen. Maar in 2005 werden al die betrokken mensen bruusk buitengesloten, omdat ze het verkeerde antwoord gaven. Het schuurde te veel met de belangen van enkelen.
Dus toen GeenPeil in 2015 een handtekeningencampagne begon voor een referendum dat moest gaan over (het gebrek aan) democratische inspraak van Nederlandse (en Europese) burgers op de besluitvorming van de EU, zagen velen een nieuwe kans. We kusten mensen wakker, om het maar eens melodramatisch te zeggen, en met vele duizenden stonden ze klaar om te helpen om vele honderdduizenden te laten tekenen voor dat referendum, en later om vele miljoenen (oké, enkele miljoenen) kiezers aan te sporen naar de stembus te gaan. Daarin waren we als organisatie ondergeschikt aan het doel: GeenPeil bouwde slechts een trechter, maar gelukkig wel eentje die groot genoeg was om over het hele politieke spectrum mensen naar één middelpunt te geleiden: dat referendum over de EU.
De complexiteit van het onderwerp (en mogelijk onze onderschatting daarvan) plus de openlijke en luidkeelse onwil van de opponenten van het referendum (bij de kartelpartijen, maar zéker ook in de systeempers, over wie ik voorgoed cynisch en zwartgallig ben omdat ik ze gezien heb, toen) maakten een debat over de toch vrij opzichtige democratisch tekorten van de Europese Unie moeilijk, zo niet onmogelijk, en 2005 herhaalde zich: een luid en duidelijk ‘Nee’ werd via een stiekem geitenpaadje alsnog een ‘Ja’ op het inlegvelletje en alles bleef hoe een hoger geplaatste minderheid het sowieso al bedoeld had.
En daarna gebeurde het nog eens, met het referendum over de Sleepwet. Vervolgens verdween het inspraakmiddel volledig - onder verantwoordelijkheid van coalitiepartijen die met hangen, wurgen en heel veel schandalen tot in 2023 konden blijven regeren, daarin gesteund door bejaarde senatoren in de Eerste Kamer waarvan velen al in 2005 het parlement of Vak K vulden, toen het Grondwetreferendum bij het grofvuil ging. Weer zagen de kiezers hun winst tegen zich gekeerd worden, weer verloren de kiezers een stuk vertrouwen en weer kregen ze de boodschap mee: jullie stemmen verkeerd - een overtuiging die in de meeste media toen al en maar ook vandaag nog steeds geëchoed wordt. Is de democratie dan echt een casino, waar het huis altijd wint?
In die ruim twintig jaar sinds Fortuyn of die bijna twintig jaar sinds het Grondwetreferendum is het internet opgekomen, gegroeid en via sociale media een kakofonie van luide en soms valse individuele stemmen geworden. Maar in die jaren is de democratie ook langzaam maar zichtbaar (of toch tenminste in de onderbuik voelbaar) uitgekleed en van een regering van het volk, door het volk, voor het volk afgebouwd tot een netwerk waarin de belangen van slechts weinigen zwaarder lijken te wegen dan de bestuurlijke zelfbeschikking van velen. Deze riskante reorganisatie van de democratie is sluipenderwijs verlopen en ik geloof ook niet vanuit moedwillig kwaadaardige intenties, maar ik vrees wel dat de schade groot en mogelijk onherstelbaar is.
Niet omdat Klaus Schwab, George Soros en Ursula von der Leyen ons allemaal krekels willen laten eten die we moeten kopen van ons aan een digitale munt gekoppelde CO2-budget bij winkels die permanent in inclusieve regenboogkleuren gewikkeld zijn. Maar omdat de burger zichzelf meer en meer afkeert van een democratie die hen niet meer dient, maar uitperst. Wat dat betreft is het (globalistische) politieke bedrijf ook een soort Big Tech geworden: je kan een gratis account aanmaken door te stemmen op de marktpraatjes van Partij X, en vervolgens gebruiken die jouw stem om louter hun eigen handelsbelangen te dienen.
De kiezer is geen klant meer, laat staan koning, de kiezer is het product.
Het wrange is: Net zoals de consument in theorie zou kunnen weglopen bij Google, Meta, Amazon en TikTok, heeft de kiezer hypothetisch nog steeds de macht over zijn eigen democratie. Maar wanneer burgers zich in walging, teleurstelling of onverschilligheid afkeren van zichzelf en dus hun macht, nemen de cynici, de opportunisten en de dogmatische ideologen het over. De gevestigde “volks- en middenpartijen” hebben er baat bij om u naar de flanken te drijven. (Wederom: evenals als de media, die gedijen bij de wederzijdse ophefkliks uit slechts een handjevol overzichtelijke kampen.)
Mijn vrees is dat er al te veel mensen te vaak zijn teleurgesteld om - in ieder geval op korte termijn - dat tij nog te keren.
Met het overlijden van Beryl Dreijer is in ieder geval wederom iemand weggevallen die niet wilde toestaan dat het schip der staat door de ratten werd overgenomen. Zij was natuurlijk maar één mens, één burger en één kiezer - maar precies daarin verschuilt zich de melancholie van het verlies. Want woede komt en gaat in beukende golven tijdens de ophefstormen van incidentele gebeurtenissen; diepe betrokkenheid die leeft in mensen zoals Beryl sijpelt veel langzamer weg.
Nou. Dit was mijn spreekbeurt over democratie in tijden van melancholie. Prettige dag verder.
En dan hieronder nog de broodnodige bedelknopjes:
Abonnee worden zonder creditcard? Dat kan met iDeal via deze loophole.
Beryl,
Wat me voor altijd zal bijblijven van GeenPeil was het constateren hoeveel obstakels genomen moesten worden om tot uiteindelijke stembusgang te komen. Hoe jullie startten met dát aantonen: let op, onze democratische rechten worden beetje bij beetje werden afgenomen door het aanspraak maken erop te vermoeilijken (o.a. door digitalisering en het papier te laten verdwijnen terwijl jullie op een bepaald moment ook als een jekko moesten gaan printen want regels, want schriftelijke handtekeningen, hoi Tom). Dat is toen pijnlijk duidelijk geworden en des te sterker werd de verbetenheid van het roze leger om wel tot die stembusgang te komen. Ik herinner me ook nog hoe het narratief, om dat woord dan maar eens te gebruiken, of het frame rond jullie actie werd omgevormd van de werkelijke bedoelling (zoals je zelf hierboven beschrijft) tot het bewust in beeld brengen van de zgn. 'altijd-nee-stemmer'. Was het niet Pechthold / D66 die niet wist hoe hard moest worden geroeptoeterd dat 70% was thuisgebleven, niet had gestemd en dus wel voor toetreding van Oekraïne waren? GeenPeil heeft niet verloren toen. GeenPeil maakte onomstotelijk zichtbaar hoe ver onze bestuurders van NL zich al hadden afgewend van degenen die hen juist hun podium hadden gegeven. De groep politiek ge-engageerden zit echt niet alleen maar bij de politiek-correcte nouveaux-intellectuelen. Dát heeft GeenPeil duidelijk gemaakt. De weg naar verandering is lang en voor een instant-oplossing gaat die dus niet zorgen. De weg naar verandering is door GeenPeil/GeenStijl geopend en de resultaten zijn er wel.
Mooi die ode aan deze mevrouw als zij daar dan ook zo'n belangrijke rol in heeft gespeeld. Een oprecht gecondoleerd voor de nabestaanden. En al is dit dan al drie dagen eerder gebeurd, dan nog maakt dat het niet een minder oprechte uiting van medeleven.
Beryl, een edelsteen soort waartoe smaragd -groen-, aquamarijn -blauw-, en morganiet -roze-, behoren. Veelkleurige schitterende kostbaarheid.